Het Ongekend Talent
In Nederland zijn er 3,9 miljoen mensen die nog niet meedoen op de arbeidsmarkt. Als we kijken naar wie ze zijn, wat ze willen, en wat ze kunnen, kunnen deze mensen toetreden tot de arbeidsmarkt. En zo meehelpen met het oplossen van structurele personeelstekorten in de arbeidsmarkt! Naast de 14 doorbraken zijn er nog twee aanvullende doorbraken nodig voor deze groep mensen:
Laagdrempelige toegang tot werk
Werkgevers en opleiders maken werk en scholing laagdrempelig toegankelijk en aantrekkelijk voor iedereen. Het werk wordt zó ingericht dat het aansluit bij de kwaliteiten van de persoon.
Ondersteuning op maat
Werkgevers, opleiders, werkgevers- en werknemersorganisaties en de overheid zorgen voor ondersteuning op maat zo lang het nodig is. Dit geldt zowel voor begeleiding op weg naar werk, als voor de (extra) begeleiding op de werkvloer.
Deze doorbraken zijn essentieel om ervoor te zorgen dat deze groep mensen daadwerkelijk de kans krijgt om de loopbrug naar werk te betreden. Vanuit werkgevers, en vanuit de overheid. Want in een nieuw, menselijk systeem kan iedereen waarde toevoegen. Daarom hebben we NU een arbeidsmarkt nodig die de mens CENTRAAL zet.
Een nieuwe blik begint met iedereen zien
Waarom NU?
Maatschappelijke tekorten
Het is iets waar iedereen mee te maken heeft, op een directe of indirecte manier: de tekorten in maatschappelijke sectoren. Deze tekorten zijn niet van korte duur, maar blijven bestaan op de lange termijn. Voorspellingen over de bevolkingsgroei laten zien dat er tot 2026 honderdduizenden extra mensen nodig zijn en dat de tekorten zelfs toenemen tot meer dan 1,6 miljoen mensen tot 2050
Vermenselijken van de arbeidsmarkt
Tegelijkertijd is er geen groei in het aantal werkenden door de toenemende vergrijzing en het lage geboortecijfer. Er wordt nu vooral gekeken naar de mensen die aangeven te willen of kunnen werken IN HET HUIDIGE SYSTEEM. Maar: RADICAAL VERMENSELIJKEN van het systeem betekent dat we ook RADICAAL anders gaan kijken naar het Ongekend Talent van circa 4 miljoen mensen.
Ongekend Talent
In een nieuw arbeidsmarktsysteem is het mogelijk (en willen veel mensen) weer deelnemen. Ze willen deelnemen omdat ze weer erkend worden. Er wordt gekeken naar wie ze zijn, wat ze willen en wat ze kunnen. Er is altijd een veilige weg naar werk. Er zijn mogelijkheden en ondersteuning die hen helpen bij het overstappen van de ene baan naar de andere, zowel door werkgevers als door de overheid. Daarom kijken we naar het volledige potentieel van het Ongekend Talent. Want in een nieuw, menselijk systeem kan iedereen waarde toevoegen.
Een nieuwe blik begint met iedereen zien
De cijfers
In het ‘onbenut arbeidspotentieel’ van het CBS worden alleen de groepen meegerekend die ofwel geregistreerd staan bij een aantal instanties (bijvoorbeeld als Geregistreerd Werkzoekende bij het UWV (GWU) of omdat ze uitkeringsgerechtigde zijn) of omdat er data van hen beschikbaar is vanuit de EBB-enquête. Het CBS komt daarmee uit op 1,3 miljoen mensen in het ‘onbenut arbeidspotentieel’. Het UWV hanteert dezelfde groepering, maar kijkt alleen vanuit het aantal GWU. Het UWV komt uit op 1,1 miljoen mensen in het ‘onbenut arbeidspotentieel’. De aantallen komen daarom niet overeen, de overlap is maar 300 duizend. Vanuit een brede blik is het mogelijk om de twee groepen bij elkaar op te tellen (2,4 miljoen mensen = 1,1 miljoen GWU + 1,3 miljoen CBS minus 300 duizend), om vervolgens vanuit hier te kijken wie er onderdeel van deze groepen mensen zijn. Toch zijn er nog heel veel mensen die niet-werken en die niet zijn meegenomen bij het CBS/UWV.
Een nieuwe blik begint met iedereen zien
Wie behoort tot het Ongekend Talent?
Op dit moment zijn er ongeveer 4 miljoen mensen die niet werken en vanwege verschillende redenen niet mee (kunnen) doen in het huidige systeem. Denk aan: herintreders, laaggeletterden en laaggecijferden, ouderen, mensen met een arbeidsbijzonderheid zoals autistisch talent, statushouders, 55-plussers, niet-werkende jongeren die geen onderwijs volgen en nog veel meer. Het is niet effectief om maatregelen te nemen, alvorens eerst breed wordt gekeken. Met deze analyse wordt niet gesuggereerd dat de gehele groep Ongekend Talent van circa 4 miljoen in het huidige arbeidsmarktsysteem wil werken. Echter, in een nieuw arbeidsmarktsysteem kan en wil EEN GROOT DEEL van deze groep (weer) meedoen.
Het Ongekend Talent
Laag-gecijferden of -geletterden
Er zijn 2,5 miljoen laaggeletterden en laaggecijferden in Nederland en 1,1 miljoen (44 procent) daarvan werkt niet.
18 procent van de Nederlandse bevolking is laaggeletterd en/of laaggecijferd. Het is bekend dat laaggeletterdheid en laaggecijferdheid nog steeds een grote maatschappelijke uitdaging is in Nederland. Het is bekend dat laaggecijferden of –geletterden vaak moeite hebben om werk te vinden en te behouden, omdat zij beperkte vaardigheden hebben op het gebied van lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak missen zij ook digitale vaardigheden. Deze mensen ervaren daarom belemmeringen om toe te treden op de arbeidsmarkt.
Oplossingsrichtingen:
– Mensen aannemen op basis van wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik. Vertaald in een vorm van een Persoonlijk Profiel.
– Het wervingsproces, werkzaamheden en scholing aanpassen in taal (B2) en moeilijkheid:
- Niet vragen om een cv en/of motivatiebrief
- Visuele arbeidscontracten
- Mondeling ipv schriftelijk toetsen
Het Ongekend Talent
55-plussers
Er zijn 4,3 miljoen 55-plussers in Nederland en 2,3 miljoen (50 procent) daarvan werkt niet.
Het Ongekend Talent bestaat voor ruim 60 procent uit 55-plussers. De aanname is dat ouderen niet kunnen of willen werken. Echter laten onderzoeken zien dat veel ouderen wel zouden willen of kunnen (door) werken als het mogelijk is. 55-plussers voelen zich steeds vaker gezonder en geven steeds vaker aan dat zij ook na hun pensioen zouden willen doorwerken als zij daartoe de kans krijgen.
Oplossingsrichtingen:
- Mensen aannemen op basis van wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik. Vertaald in een Persoonlijk Profiel.
- Jobcrafting/jobcarving. Zorgen dat werk aansluit bij de talenten en skills van de medewerker.
- Superscholing; alleen nog dat leren wat echt nodig is op de werkvloer (modulair).
Het Ongekend Talent
Statushouders
Er zijn minimaal 170 duizend statushouders, waarvan 100 duizend (60 procent) niet werkt.
Nieuwkomers ervaren belangrijke obstakels op de weg naar de arbeidsmarkt. In Nederland krijgen zij pas ondersteuning richting de arbeidsmarkt nadat ze statushouder zijn geworden. Vervolgens moeten ze grotendeels zelf de weg vinden naar taalonderwijs en werk3. Dit maakt het lastig om te participeren op de arbeidsmarkt. Hoewel steeds meer statushouders een (deeltijd) baan hebben, leveren die banen vaak onvoldoende inkomsten op. Van alle uitkeringsgerechtigden die in 2014 hun status verkregen, ontvangt 96 procent een bijstandsuitkering. Door ervoor te zorgen dat deze mensen zich via werk kunnen (om)scholen en ontwikkelen kunnen zij van veel waarde zijn.
Oplossingsrichting:
- Mensen aannemen op basis van wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik. Vertaald in een vorm van een Persoonlijk Profiel.
- Mensen zo snel mogelijk laten participeren op de arbeidsmarkt in een leer- werktraject.
Het Ongekend Talent
Mensen met een arbeidsbijzonderheid
1,2 miljoen mensen met een arbeidsbijzonderheid zoals autisme talent zouden willen en kunnen werken onder de juiste arbeidsomstandigheden.
Circa 60 procent van de totale groep mensen met een arbeidsbijzonderheid werkt niet, terwijl zij wel zouden willen of kunnen werken als het arbeidsmarktsysteem radicaal vermenselijkt.
12 procent van de werkgevers in Nederland heeft mensen met een arbeidsbijzonderheid in dienst, doordat deze werkgevers gunstige werkomstandigheden hebben gecreëerd voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit is een belangrijk gegeven, omdat verschillende stichtingen aangeven dat het een voorwaarde is dat werkomstandigheden worden aangepast aan de mensen met een arbeidsbijzonderheid om hen de mogelijkheid te kunnen bieden om (weer) te werken.
Praktisch geschoolden
Er zijn 3,4 miljoen praktisch geschoolden t/m mbo1 en 1,6 miljoen (47 procent) daarvan werkt niet.
De groep praktisch geschoolden is het sterkst vertegenwoordigd in de niet-beroepsbevolking. Dit gaat gepaard met werkloosheid, armoede, laagbetaald en onzeker werk. Echter, dit hoeft niet zo te blijven. Via werk kunnen praktisch geschoolden t/m mbo 1 zich verder ontwikkelen via praktijkervaring en scholing. Op die manier kunnen zij deelnemen aan een leven lang ontwikkelen en zijn zij wendbaar voor toekomstige veranderingen van baan naar baan en zullen zij minder snel werkloos raken.
Oplossingsrichtingen:
- Aannemen op basis van wat ze kunnen en zouden kunnen (werkervaring, levenservaring, talenten), niet op basis van een diploma.
- Inzicht krijgen in hun talenten en drijfveren en vanuit hier een maatwerk arbeidsmarktbenadering te maken (met behulp van een Persoonlijk Profiel).
- Ongeschoolde arbeid gebruiken als springplank naar werk dat past bij hun talenten, skills en drijfveren.
- Mensen laagdrempelig (weinig tot geen eisen aan de voorkant) gezamenlijk opleiden in- en voor de regio. Geen lange opleidingstrajecten maar korte vaardigheidstrainingen die direct in de praktijk kunnen worden toegepast.