Rapporten

Monitor duurzame inzetbaarheid

Vergrijzing en vergroening zullen de arbeidsparticipatie hard raken

Vergrijzing en vergroening zullen de arbeidsparticipatie (inzetbaarheid) van de beroepsbevolking hard raken, zo stelt TNO. Duurzame inzetbaarheid is nodig om de arbeidsparticipatie op voldoende niveau te houden. TNO heeft in nauwe samenwerking met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een monitor duurzame inzetbaarheid ontwikkeld waarbij de stand van zaken in Nederland inzichtelijk wordt gemaakt.

Zo wordt ingegaan op de verdere toename in pensioenleeftijd, duidelijke verschillen tussen jongere en ouderen en praktisch en hoger opgeleide medewerkers, flexwerkers, zwaar werk en vertrouwen in de arbeidsmarktkansen. Oudere werknemers, lager opgeleiden en flexwerkers vallen onder de risicogroep voor duurzame inzetbaarheid.

Oudere werknemers (45+) hebben ten opzichte van jongere medewerkers (tot 45) minder vertrouwen in eigen actuele inzetbaarheid (i.c. het gemak van het vinden van een ander baan). De interne- en externe arbeidsmobiliteit van oudere werknemers is aannemelijk lager dan jongere medewerkers. Ook speelt in deze groep gezondheid en motivatie een belangrijke rol.

Praktisch opgeleide mensen vinden het werk wat zij doen vaak saai. Praktisch opgeleiden denken minder gemakkelijk een andere baan te kunnen vinden. Het gaat over het algemeen minder goed met deze groep mensen. Ze lopen meer risico op uitstroom naar werkloosheid, omdat praktisch opgeleiden minder vaak uitstromen naar vroegpensioen. Zij hebben geen financiële mogelijkheden om eerder te stoppen met werken.

Flexwerkers nemen minder vaak deel aan scholing van het werk. Ook is de kans op uitstroom naar sociale voorzieningen groter bij flexwerkers met gezondheidsproblemen. Gebrek aan sociale steun door een leidinggevende is een werkkenmerk dat de uitstroom vergroot. Ook scoren zij lager op vitaliteit.

‘’Praktisch opgeleide mensen vinden het werk wat zij doen vaak saai.’’

De resultaten van een TNO-onderzoek naar de kwaliteit van werk laten zien dat naast de klassieke risicofactoren zoals gezondheid, ongevallen en fysieke overbelasting ook de sociale sfeer invloed heeft op de kans op arbeidsongeschiktheid. Het gaat dan om factoren als sociale steun, ongewenst gedrag en conflicten. Ook meer secundaire arbeidsvoorwaarden en arbeidstevredenheid spelen een rol. Om de problemen bij de risicogroepen op te lossen is het nodig dat er een nieuw arbeidsmarktsysteem staat dat de mens centraal stelt. Een circulaire arbeidsmarkt waarbij werkgevers en sociale partners nodig zijn, opleiders flexibel en modulair