Samenwerking

Het Akkoord van Python is de verbeelding om de huidige tekorten op de arbeidsmarkt samen op te lossen maar heeft nog een hoger doel; te komen tot een samenleving waarin iedereen – huidige en toekomstige generaties – altijd betekenisvol kan (blijven) participeren op de arbeidsmarkt. We VERBEELDEN wat werkgevers met sociale partners, medewerkers, opleiders en overheid kunnen doen om samen te zorgen voor een structureel, nieuw arbeidsmarktsysteem. Het Akkoord van Python is ontstaan door te leren in de praktijk met alle partners in het consortium en VERBINDT daarmee alle relevante stakeholders op de arbeidsmarkt. Doel van het akkoord is om daadwerkelijk met elkaar TEGELIJKERTIJD een stap naar voren te DOEN!

Een sterke Loopbrug van Baan naar Baan begint bij een goede samenwerking tussen de latende en ontvangende werkgever. Beide partijen kunnen er gezamenlijk voor zorgen dat de overstap soepel en financieel veilig verloopt. De sociale partners kunnen hiervoor de juiste context creëren via afspraken in cao’s en o.a. door een open hulplijn te bieden.

Werkgevers nemen mensen aan in een leerwerktraject op basis van hun Persoonlijk Profiel Paspoort, waarbij competenties en (latente) talenten leidend zijn. Werkgevers en medewerkers zijn samen verantwoordelijk voor het bijhouden van het Persoonlijk Profiel Paspoort en medewerkers nemen regie op eigen ontwikkeling. Het Persoonlijk Profiel Paspoort is een document dat mensen en hun werkgevers continu kunnen blijven verrijken met nieuwe opgedane kennis en vaardigheden en met resultaten van persoonlijkheidstesten en andere informatie die bijdraagt aan een juist en actueel beeld van iemands talenten, skills en ervaring (wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik). Medewerkers nemen de verantwoordelijkheid voor hun eigen ontwikkeling en pakken de mogelijkheden tot ontwikkeling met beide handen aan.

Vanuit assessments, feedback, intervisie, referenties en andere manieren van bewijslast verzamelen wordt er een compleet beeld gevormd van iemands skills, kennis, (latente) talenten, drijfveren en wensen. Medewerkers nemen verantwoordelijkheid voor hun eigen ontwikkeling en pakken de mogelijkheden tot ontwikkeling – en dus uitbreiding van het Persoonlijk Profiel Paspoort – met beide handen aan.

De werkgevers, werknemers en sociale partners zijn dus nodig om samen de weg van een leven lang ontwikkelen vorm te geven met Loopbruggen als onderdeel daarvan. Het merendeel van de Loopbruggen en de weg van Leven Lang Ontwikkelen zit bij werkgevers, o.a. met personeel/HR beleid gericht op ontwikkeling & transitie, leerwerktrajecten & effectieve onboarding en (gedeeltelijke) financiering (verleggen van gelden). Sociale partners, zowel vakbonden als werkgeversorganisaties, kunnen bijdragen, bijvoorbeeld door beleid en afspraken over scholing en mobiliteit uit te breiden en bijvoorbeeld door sector overstijgende scholingsfondsen en dit tevens te borgen in (toekomstige) cao’s.

Het midden- en kleinbedrijf (mkb) is met meer dan 95% van de bedrijven in Nederland de grootste werkgever. Over het algemeen zijn er binnen het mkb minder middelen (geld) en (hr) kennis aanwezig om zelf transitie en ontwikkeling te faciliteren voor haar medewerkers. Bovendien hebben mkb-bedrijven minder makkelijk direct toegang tot landelijke netwerktafels waar samen met andere bestuurders (en politici) over landelijke overkoepelende zaken gesproken (en beslist) wordt. Mkb-bedrijven acteren vaak op regionaal niveau, hebben direct invloed binnen dorpen en steden en zijn daarmee de motor van een regionaal verbonden samenleving. Ze zijn wendbaar en laten daardoor vaak een grote innovatiekracht zien.

Door intensief samen te werken en de krachten van mkb-bedrijven en grotere bedrijven en instellingen te bundelen op het gebied van ontwikkeling, arbeidsmobiliteit en scholing kunnen er kansen gecreëerd worden voor iedereen. Het grote aantal talenten dat in het mkb werkt, de hr-kracht van de corporate organisaties, het sterke regionale netwerk van mkb-bedrijven en de landelijke impact van de grotere bedrijven en instellingen, samen kunnen ze ontwikkeling en transitie toegankelijk maken voor iedereen. Hiervoor zijn (externe) financiële middelen en partijen (bijvoorbeeld sociale partners) nodig om deze transitieactiviteiten te organiseren.