Op de Loopbruggen naar een nieuwe, passende baan zijn de werkgevers de logische brughoofden aan beide kanten van de Loopbrug. Als zowel latende als ontvangende partij doen de werkgevers de arbeidsmarkt continu bewegen en hebben zij – met de sociale partners – bij uitstek de positie een nieuw systeem te creëren, die in- en externe mobiliteit als een kans omarmt en faciliteert. Werkgevers en sociale partners richten zich op een permanente ontwikkeling van medewerkers zodat zij relatief eenvoudig in staat zijn om van baan naar baan te bewegen. Cao’s zijn gericht op het vergemakkelijken van de toegang tot werk waar mensen nodig zijn. Scholingsgeld kan flexibeler ingezet worden door het individueel en meeneembaar te maken en er is financiering voor het doen van een heroriëntatie gedurende de loopbaan. Medewerkers worden zo gestimuleerd en voelen de ruimte om een overstap te maken wanneer zij op een andere plek – binnen of buiten het bedrijf – meer van betekenis kunnen en willen zijn. Op deze manier zijn reorganisaties – zelden meer nodig. Ten behoeve van de noodzakelijke omscholing werken werkgevers en opleiders samen bij het aanbieden van leerwerktrajecten op maat aan de overstappers.
De Buitenboordmotor is van mening dat een sterke Loopbrug van baan naar baan begint bij een goede samenwerking tussen de latende en ontvangende werkgever. Beide partijen kunnen er gezamenlijk voor zorgen dat de overstap soepel en financieel veilig verloopt. De sociale partners kunnen hiervoor de juiste context creëren via afspraken in cao’s, door een open hulplijn te bieden en door facilitering van fiscale en financiële voordelen bij een leerrekening.
Recht op ontwikkel-, oriëntatie- en/of transfertijd. Mensen krijgen tijd en gelegenheid om zich naast hun werk te oriënteren op andere werkzaamheden binnen of buiten de organisatie en/of om een opleiding te doen. Deze tijd is stapelbaar zodat medewerkers kunnen kiezen voor periodieke korte periodes of kunnen sparen voor een langere periode van oriëntatie of scholing.
Werkgevers bieden senior traineeships aan die overstappers (intern en extern) de gelegenheid en tijd bieden om het vak te leren. Er wordt rekening gehouden met wat iemand al kan en wat iemand nog moet leren en productiviteitstargets worden daarop aangepast. Ook wordt actief gekeken hoe de extra ervaring die de overstapper meeneemt al direct waardevol kan worden ingezet. Er wordt doorgroeiperspectief geboden, waardoor de overstapper ziet wat de route is om in de nieuwe sector/afdeling snel door te kunnen groeien in lijn met zijn/haar volledig potentieel aan talenten en competenties. Met een duurzame overstap als perspectief.
Monitoren van werkgeluk: maandelijkse een korte enquête bestaande uit vragen over werk en geluk. Persoonlijke ontwikkeling: twee coachingsgesprekken met een externe partner/trainer of coach op vrijwillige basis. Er kan een gekozen worden voor een gesprek met de trainer uit de bootcamp die betrokken is geweest bij het persoonlijke proces van iemand (over geluk en de persoonlijke reis). Ook is het mogelijk een gesprek te hebben met een externe partner op basis van de uitkomst van de assessments vanuit het Persoonlijk Profiel Paspoort om te kijken in hoeverre de latente talenten en de skills die zijn gematched ook daadwerkelijk gebruikt worden in de nieuwe functie. Alle deelnemers in de Proeftuinen hebben gebruik gemaakt van ten minste een van deze opties, ongeacht hoe “de reis” van iemand verliep.